Asteroid City (2023) recensie, Wes Anderson (2024)

Asteroid City (2023) recensie, Wes Anderson (1)Regie: Wes Anderson | 106 minuten | komedie, drama | Acteurs: Jason Schwartzman, Scarlett Johansson, Tom Hanks, Tilda Swinton, Bryan Cranston, Edward Norton, Adrien Brody, Liev Schreiber, Hope Davis, Steve Park, Rupert Friend, Maya Hawke, Steve Carell, Matt Dillon, Jeffrey Wright, Rupert Friend, Hong Chau, Willem Dafoe, Margot Robbie, Tony Revolori, Jake Ryan, Jeff Goldblum, Grace Edwards, Sophia Lillis, Aristou Meehan, Ethan Josh Lee, Rita Wilson

Er zijn van die films waarbij je onmiddellijk de hand van de regisseur herkent. Een korte blik op het scherm zegt dan eigenlijk al genoeg: de regisseur laat in alle opzichten blijken dat het om zíjn film gaat. Je begeeft je als kijker zodoende op vertrouwd terrein. Je kunt rustig achteruit leunen in je bioscoopstoel, het is alsof je een gesprek met een oude bekende voert. Afgaande op je persoonlijke smaak kan dit echter zowel amuseren als irriteren. Is een conversatie namelijk wel zo fijn als er wéér uit hetzelfde vaatje wordt getapt?

Indie-lieveling Wes Anderson is misschien wel het ideale voorbeeld van een filmmaker die door middel van zijn kenmerkende stijl al zijn hele carrière kijkers verdeelt. Wanneer je in de wereld van Anderson duikt, kun je per slot van rekening altijd een aantal vaste visuele aspecten verwachten. Een aaneenschakeling aan pastelkleuren, met de hand gemaakte sets, afwisselende filmkaders; het zijn welbekende bestanddelen in het repertoire van de Texaanse cineast. ‘Asteroid City’, genomineerd voor de prestigieuze Gouden Palm op het filmfestival van Cannes, vormt daarop geen uitzondering. Anderson trekt ieder bekend stijlmiddel uit de kast en biedt de kijker een filmervaring zoals alleen hij die geven kan.

De setting van Wes Andersons nieuwste betreft het fictieve, bouwvallige treinstadje Asteroid City. Het zonovergoten gehucht bevindt zich in een ongespecificeerde woestijn in Noord-Amerika (werkelijk gefilmd in Spanje), waar constant de nabijgelegen klanken van kernproeven te horen zijn. Het is september 1955, en oorlogsfotograaf Augie Steenbeck (Jason Schwartzman) arriveert in een gammele auto samen met zijn drie piepjonge dochters en oudste zoon Woodrow (Jake Ryan) om de jaarlijkse Junior Stargazer-Convention bij te wonen. De samenkomst is georganiseerd door het Amerikaanse leger, en brengt jonge slimmeriken van over het gehele land naar het stadje om hun hyper-geavanceerdeuitvindingen te testen (er is een prijs in het spel, maar wij weten wel beter, het leger heeft met deze gadgets hele andere bedoelingen).

Wat in feite een feestelijk gebeuren zou moeten zijn, is voor de familie Steenbeck echter weinig opbeurend. De moeder van het gezin is kortgeleden overleden, iets wat Augie nog niet aan zijn kinderen heeft durven te vertellen. De fotograaf twijfelt eigenlijk sowieso of hij nog wel geschikt is voor het ouderschap. Grootvader Stanley Zak (Tom Hanks) staat perplex wanneer hij hoort dat zijn kleinkinderen nog niet zijn ingelicht over de situatie, en komt daarom hoogstpersoonlijk in de woestijn verhaal halen bij zijn schoonzoon. De situatie wordt nog hectischer wanneer de familie samen met de andere aanwezigen plotseling in quarantaine moet. Het leger sluit de gemeenschap hermetisch af en de duur van hun isolatie is een raadsel. Terwijl Augie zijn ogen laat vallen op actrice Midge Campbell (Scarlett Johansson), zit zoon Woodrow over zijn wankele geloofsovertuigingen te prakkiseren. Buiten het stadje ontstaat ondertussen een mediacircus rondom hun gevangenschap (denk aan ‘Ace in the Hole’ 1951).

‘Asteroid City’ is Wes Andersons meest ambitieuze film tot op heden. Het titulaire oord dat aan de film ten grondslag ligt is visueel verbluffend. Net zoals het fictieve eiland voor de kust van New England in ‘Moonrise Kingdom’ (2012) of de besneeuwde bergtoppen in ‘The Grand Budapest Hotel’ (2014) is dit een plek die tot onze kinderlijke verbeelding spreekt. We zouden er niet per se willen wonen, maar het zou een verademing zijn om er een poosje te mogen ronddwalen. En zoals zo vaak in de films van Anderson, fungeert de locatie als een tussenstation voor de karakters. Zij hebben ongetwijfeld dromen en aspiraties, maar hun woonoord bevindt zich ergens waar de tijd altijd stil lijkt te blijven staan.

De locaties die we te zien krijgen rondom Asteroid City blijven hoofdzakelijk beperkt tot het hotel van het stadje, gerund door een zongebakken Steve Carell (oorspronkelijk zou vaste samenwerkingspartner Bill Murray deze rol spelen, maar hij kreeg COVID-19), en een door gigantische radiotelescopen omgeven laboratorium, geleid door de fameuze Dr. Hickenlooper (Tilda Swinton). Deze sets zijn heerlijk aandoenlijk. Met name de rode rotsen die op de achtergrond van bijna elke scène aan de horizon gloren (een typisch bijproduct van de klassieke, Amerikaanse western) toveren automatisch een glimlach op je gezicht.

En toch werkt ‘Asteroid City’ niet geheel. De film weet te imponeren met dank aan zijn grote schaal en oog voor detail, maar schiet op een emotioneel vlak te kort in vergelijking met Andersons voorgaande werk. De regisseur lijkt zo bevangen te zijn door zijn eigen artistieke kunsten, dat hij vergeet dat het filmmedium ook nog uit andere onderdelen bestaat. Zijn nieuwste film meandert aan een stuk door, en lijkt vaak niet echt te weten welke richting het nu precies in wil slaan. Is het een verhaal over problematische familieverhoudingen? Gaat de film over acceptatie tegenover een wereldveranderendegebeurtenis? Deze brandende vragen zouden minder erg zijn als we ondertussen zouden worden getrakteerd op een dosis komedie, iets waar Anderson gewoonlijk in uitblinkt, maar ook daar laat hij een steek vallen. Voor goede komedie heeft een film immers eerst goede karakters nodig.

De karakters in ‘Asteroid City’ worden stuk voor stuk vertolkt door talentvolle acteurs, maar Anderson weet van hen nooit echt mensen van vlees en bloed te maken. Hoofdrolspeler Jason Schwartzman is hier een goed voorbeeld van. In zijn rol als de getergde Augie verkeert hij in een voortdurende staat van verdriet; zijn vrouw is uit zijn leven verdwenen, en met zijn kinderen weet hij slechts gering te communiceren. In plaats van dat we zijn emoties geleidelijk aan zien ontrafelen, worden we er door middel van zijn dialogen voortdurend aan herinnerd dat hij diep bedroefd is. Zelfs op de momenten dat Augie zwijgt, zijn er andere personages die voor de zoveelste keer beamen dat hij in rouw verkeert. We mogen zijn verdriet nooit voelen, het moet telkens helder gearticuleerd worden. Dit is gemakzuchtig schrijfwerk, uitgevoerd door een schrijversduo (Anderson en Roman Coppola) dat normaliter juist zeer zorgvuldig te werk gaat met hun karakters.

Waar er bij Augie juist te vaak op dezelfde gevoelens wordt gehamerd, krijgen we bij sommige van de andere personages juist helemaal niets van hun innerlijke kant mee. Veel van de karakters voelen als kopieën van elkaar; zij praten op exact hetzelfde toontje en lijken op een identieke mentale-golflijn te verkeren. Het zijn stuk voor stuk miskende genieën, gedreven door iets waar zij nog niet helemaal hun vinger op hebben kunnen leggen. Bovendien vervallen ze zelden in stotteren, ze hebben altijd hun woordje klaar. Anderson heeft altijd al slimme personages in zijn films gehad, maar zelden op dit niveau. Bovendien werden de genieën in zijn andere films altijd vergezeld door personages die níet op dezelfde golflijn zaten. Tegenover een Max Fischer stond altijd een Magnus Buchan (‘Rushmore’, 1998) en tegenover een Kristofferson stond altijd een Ash (‘Fantastic Mr. Fox’, 2009). Die balans is ditmaal afwezig, en zo ook de bijbehorende chemie.

De kritiek die vaak wordt geuit op Wes Anderson is dat hij altijd dezelfde films maakt, ondersteund door een specifieke gereedschapskist aan visuele gebruiksmiddelen. Kijkend naar zijn elf speelfilms kun je alleen maar concluderen dat hier niets waar van is. Niet alleen is hij in de loop van zijn carrière steeds meer stijlmiddelen gaan gebruiken (stop-motion, miniaturen), maar tevens is hij alsmaar preciezer geworden in de toevoeging van deze details. We spreken dan ook over een regisseur die nog altijd volop in groei is. Het probleem van ‘Asteroid City’ ligt dan ook niet bij zijn welbekende stijl. Deze is goed, en nog altijd in beweging. Het echte heikel punt ligt bij de balans tussen vormgeving en inhoud, en hoe de cineast ditmaal is blijven hangen bij de (al dan niet fraaie) opmaak van zijn prent.

Wes Anderson zal binnen afzienbare tijd weer een nieuwe film maken, een creatieveling als hij zit immers nooit voor lang stil. Met het oog op ‘Asteroid City’ zou het wellicht verstandig zijn als hij terugblikt op het begin van zijn carrière. De dagen van ‘Bottle Rocket’ (1996) waren beduidend simpeler, maar Anderson slaagde er toen ook al in om zijn publiek rollend over de grond van het lachen te krijgen. De meelijwekkende stumpers uit de films van zijn begincarrière zijn mijlenver verwijderd van de genieën die het hedendaagse landschap van zijn werk bevolken. Dat is spijtig. Je hebt een aantal domkoppen nodig, zodat de excentrieke bollebozen zich echt speciaal of uniek kunnen voelen

Len Karstens

Waardering: 3

Bioscooprelease: 22 juni 2023

Tags: filmrecensent | Len Karstens, regisseur | Wes Anderson

Asteroid City (2023) recensie, Wes Anderson (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Tish Haag

Last Updated:

Views: 5968

Rating: 4.7 / 5 (67 voted)

Reviews: 90% of readers found this page helpful

Author information

Name: Tish Haag

Birthday: 1999-11-18

Address: 30256 Tara Expressway, Kutchburgh, VT 92892-0078

Phone: +4215847628708

Job: Internal Consulting Engineer

Hobby: Roller skating, Roller skating, Kayaking, Flying, Graffiti, Ghost hunting, scrapbook

Introduction: My name is Tish Haag, I am a excited, delightful, curious, beautiful, agreeable, enchanting, fancy person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.